Cao-afspraken over compensatie van overwerk in vrije tijd

Auteur(s): 
L. Coenen

Overwerk wordt regelmatig gecompenseerd in vrije tijd (tijd-voor-tijd-regeling). Sinds 1 januari 2018 bepaalt de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (hierna: WML) dat voor overwerk ook ten minste het – naar evenredigheid verhoogde – wettelijk minimumloon moet worden betaald. Deze wijziging heeft tot doel om te voorkomen dat overwerk leidt tot onbetaald meerwerk en oneerlijke concurrentie. Op grond van de WML blijft het mogelijk om in een cao af te spreken dat overwerk gecompenseerd kan worden in betaalde vrije tijd, die op een later moment wordt genoten. Directie UAW heeft deze cao-afspraken onderzocht. Uit analyse van de cao-afspraken blijkt dat voor 88% van de werknemers met een cao, in de cao een overwerkregeling is opgenomen. Voor 49% van de werknemers  geldt dat overwerk (tot een bepaalde schaal) volledig in vrije tijd wordt gecompenseerd. Voor 31% van de werknemers geldt dat het gaat om een combinatie van een vergoeding van uitbetalen en betaalde vrije tijd. Tot slot geldt voor 8% van de werknemers dat overwerk (tot een bepaalde schaal) wordt uitbetaald.

Cao-afspraken, over het maximaal aantal uren dat voor compensatie in betaalde vrije tijd in aanmerking komt, komen vrijwel niet voor. Wel is voor 65% van de werknemers met een cao, een termijn bepaald waarbinnen het meerwerk in betaalde vrije tijd gecompenseerd moet zijn. De ‘nieuwe overwerk en tijd-voor-tijd regeling’ schrijft namelijk voor dat de betaalde vrije tijd, uiterlijk gecompenseerd moet zijn, vóór 1 juli van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin het meerwerk is verricht. Voor 4% van de werknemers met een cao geldt echter dat de termijn genoemd in de cao ruimer is dan de termijn genoemd in de WML. Dit hoeft niet in strijd te zijn met de WML. Er is pas strijd met de WML als werknemers voor alle gewerkte uren (in een betaalperiode) niet ten minste het salaris ontvangen waar zij op grond van de WML recht hebben. Indien niet (binnen de afgesproken termijn) kan worden gecompenseerd in betaalde vrije tijd, is voor 47% van de werknemers met een cao afgesproken dat alsnog in geld wordt uitbetaald.

Details
Verschenen als: 
Publiek rapport
Publicatiemaand: 
januari, 2021